Op 23 februari ieder jaar is het Bananenbrood Dag. Ja, blijkbaar is er een dag in het jaar nodig om het bananenbrood te vieren ofzo. Dit soort dagen zijn natuurlijk vooral ontstaan als zogenaamde ‘inhaakdagen’. Dagen om op in te haken op social media. Zo kan ieder bedrijf, horecatentje en iedere foodblogger weer iets melden over bananenbrood of het promoten. Ik als echte foodblogger (ahum) doe dat natuurlijk ook. Voor deze feestelijke dag maakte ik een bananenbrood met rood fruit.
Tot een jaar geleden had ik eigenlijk nog nooit bananenbrood gegeten. Ik kende het wel, maar het trok me nooit zo. Brood van bananen, gatver, die verzint dat? Maar het is natuurlijk niet echt brood, het is meer een cake. Waarom heet het dan eigenlijk bananenbrood?
Pisangbrood
Het eerste (bekende) recept voor bananenbrood werd in 1901 gepubliceerd in de Sumatra Post, een krant uit voormalig Nederlands-Indië. ‘Pisangbrood’ heet het volgens het recept en is een hartig gerecht op basis van bananenbloem, zonder toegevoegde suiker of boter. Qua smaak lijkt dit pisangbrood totaal niet op hetgeen we tegenwoordig kennen als bananenbrood. Het is meer een hartig brood, de zoete smaak is in ieder geval ver te zoeken.
Het is ook pas vanaf het begin van de twintigste eeuw dat we in Nederland makkelijk aan bananen kunnen komen. Daarvoor was het echt een luxeproduct. In Suriname en Indonesië werd natuurlijk al veel langer gekookt en gebakken met bananen. Het eerste westerse recept voor bananenbrood werd gepubliceerd in 1927. En in 1935 verschijnt het eerste recept voor de zoete variant. Hier wordt ook meer gesproken van een cake.
Lekker tussendoortje
Tegenwoordig is bananenbrood niet meer weg te denken uit onze cultuur. En we noemen het nog steeds brood. Dat klinkt natuurlijk een stuk gezonder dan cake. In principe is het ook redelijk gezond, want over het algemeen wordt er geen suiker aan een recept toegevoegd. De bananen maken het al zoet genoeg en daarbij geldt: hoe rijper, hoe zoeter. Natuurlijk bevatten bananen ook suikers, dus ga nu niet hele ladingen bananenbrood weg zitten werken, maar eet het zo nu en dan als een lekker tussendoortje.
Het recept voor dit bananenbrood bevat overigens wel suiker. Dit voegde ik in ten eerste toe omdat ik bang was dat de zure smaak van het rode fruit misschien teveel ging overheersen. Ten tweede wilde ik graag weten of suiker nog iets toe zou voegen. En dat doet het zeker. De cake/het brood is veel smeuïger (maar kan ook door de zonnebloemolie komen) en het korstje is een soort van krokant. Erg lekker, dus zet zo nu en dan dit recept gewoon lekker op de koffietafel!
Wat gaat erin:
- 3 rijpe bananen
- 150 gram bloem
- 100 gram suiker
- 75 ml karnemelk
- 60 ml zonnebloemolie
- 2 eieren
- 1 tl baking soda
- snufje zout (optioneel)
- 2 theelepels vanille extract
- 150-250 gram blauwe bessen/frambozen (diepvries)
Hoe maak je het:
Verwarm de oven voor op 175 graden. Bekleed een cakevorm met bakpapier. Laat het fruit ontdooien en goed uitlekken.
Meng het bloem, de suiker, baking soda en het zout met elkaar in een mengkom. Doe in de keukenmachine de bananen (geschild uiteraard), de karnemelk, eieren, zonnebloemolie en het vanille extract. Meng dit tot een glad papje. Voeg het bananenmengsel vervolgens bij de droge ingrienten in de mengkom en roer alles goed door elkaar. Spatel als laatste het rood fruit er doorheen. Ik gebruikte 250 gram ,maar vond dit achteraf wat veel. Is maar net wat je smaak is.
Giet het mengsel in de cakevorm en bak in circa 50-55 minuten gaar en goudbruin.
